Zaterdag 17 februari hebben de Explorers een voorproefje gekregen van het insignewerk wat zij de komende maanden gaan doen. Eén van de onderdelen die de Explorers kunnen kiezen is uitdagende scoutingtechnieken. Eén van de insignes bij de Scouts is hakken en vuur. Om het uitdagender te maken voor de Explorers zijn we bezig geweest met een aantal verschillende soorten vuren die je zou kunnen maken en wanneer je deze kan gebruiken. Voor de opkomst had de leiding de vuren als voorbeeld klaargezet. Na een stukje theorie over de vuren en de tondels kregen de Explorers een challenge: wie als eerste met 2 blokken droog hout, een paar watten, 1 lucifer, onbeperkt nat hout en een bijl een liter water kan koken. Degenen die goed hadden opgelet tijdens de theorie, hadden een voordeel en wisten precies welk vuur zij moesten gebruiken. Vooral het goede denkvermogen was hier een belangrijke rol. Wat is het beste vuur, hoe zet ik mijn pan met water op het vuur, gebruik ik droog of (erg) nat hout en waarom. Iedereen had een verschillend vuurtje in gedachten, ieder zijn eigen manier. Dat was ontzettend leuk om te zien. Merlijn was de eerste die zijn vuur aanstak (een vierkant vuur) met een klein beetje gesnipperd hout. Als tweede ging het greppelvuur van Nanne aan, maar had daar voor nog wat langer de tijd nodig. Ondertussen was de rest nog aan het hout snipperen en het vuur van Merlijn ging zo hard dat de 'palen' van zijn vuur ook mee gingen branden. Dus pan van het vuur en zorgen dat het vierkant vuur weer goed opgebouwd werd. Het was een mooie strijd tussen deze twee heren, die uiteindelijk gewonnen werd door Merlijn met zijn vierkantvuur. Een goede tweede was Nanne die met zijn greppelvuur de wind het werk kon laten doen en zelf niet zuurstof hoefde toe te voegen aan zijn vuur.